Het NS-station omstreeks 1991. Er mag in de wachtkamer al niet meer gerookt worden. De plaatsnaam RYSSEN in de zijgevel is ondergeschilderd.
Het NS-station omstreeks 1991. Er mag in de wachtkamer al niet meer gerookt worden. De plaatsnaam RYSSEN in de zijgevel is ondergeschilderd. Fotograaf: Erfgoed Rijssen-Holten

Het NS-station zit muurvast in ons geheugen

Columns

Het NS-station zit muurvast in ons geheugen. We zouden het pas missen als het er ineens niet meer zou staan. Geen wonder, want het werd al geopend op 1 september 1888. De spoorlijn die Rijssen met West-Nederland en Duitslang verbindt werd in die tijd aangelegd en daar hoorde ook een station bij.

Baken

Spoorwegkenners weten dat de spoorlijn werd aangelegd door de Koninklijke Nederlandsche Locaalspoorweg-Maatschappij (KNLS). Voor dit soort stations werden drie standaardontwerpen gemaakt. Het station in Rijssen is van het Standaardtype KNLS 1e klasse. Het werd uitgevoerd met een Y in plaats van een IJ. De huidige gebruiker van het gebouw, reclamebureau Bloemendaal In Vorm, heeft de Y in de stationsnaam op de zijgevel gehandhaafd. Het NS-station is een historisch baken geworden. Op oude en nieuwe foto’s zoek je ernaar om houvast te krijgen. Een oud gebouw dat overleeft dankzij een nieuwe functie. Zou vaker moeten gebeuren in Rijssen in plaats van snelle sloop.

Wereldoriëntatie

Bijna iedereen heeft herinneringen aan het NS-station. Wij woonden in de Hagweg naast de spoorlijn. Stoppende en langzaam rijdende treinen was je gewend. Net als de loodzware olietreinen van Schoonebeek naar Pernis die de kopjes lieten rinkelen. Kinderen in de eerste klas van de lagere school die nog nooit in de trein hadden gezeten, kregen op woensdagmiddag van de juf een gratis retourtje van Rijssen naar Wierden. Zo begon de wereldoriëntatie. 

Lokettist

Wie nu bij Hans Bloemendaal In Vorm binnenloopt, ziet dat de wachtkamer nog helemaal in tact is, compleet met zwart-witte plavuizenvloer. Het ruikt er niet meer naar bleekwater zoals een halve eeuw geleden. Toen werden er nog kaartjes verkocht. De spoorwegbeambte zat achter een glazen ruit met op ooghoogte een eivormig rooster om doorheen te praten. De lokettist klonk vanuit de verte. Je legde jouw contante geld op een draaischijf. De lokettist legde het wisselgeld aan de andere kant op de schijf, haalde een hefboom over en de schijf draaide jouw wisselgeld en treinkaartje naar jouw kant. Wie een school bezocht in Almelo of Deventer, maakte ’s winters nog wel eens gebruik van de trein. Ik herinner me uit die tijd drie lokettisten: een wat magere spoorwegman, een brede spoorwegman met golvend haar én de vriendelijkste was een lange Rijssenaar, Henk Nijkamp (1926 – 1984) die bijna 40 jaar bij de spoorwegen werkte. Inderdaad een Nijkamp van de Bokse. Zijn foto kreeg ik van zijn dochter Ans Steenberg-Nijkamp. 

Kartonkaartje

Ging je wat vaker met de trein, dan kwam je ook vaak dezelfde mensen tegen. Sommigen reizigers sliepen in elkaar gedoken door. Anderen voerden geanimeerde gesprekken. De voorbedrukte treinkaartjes waren van karton. Dat kon tegen een stootje én de conducteur kon er gemakkelijk een gaatje in knippen. Sommige conducteurs waren vrolijk. Anderen hadden een ochtendhumeur en ergerden zich aan jongeren die al te slordig omgingen met het NS-meubilair. Eens zat zo’n scholier van een jaar of 16 ’s morgens helemaal onderuit gezakt, zijn voeten op de bank tegenover hem. De conducteur kwam binnen, schatte de situatie voorzichtig en zei tegen hem: “Wat is dat nou? Haal die voeten eens van de bank. Je bent hier niet thuis!” Waarop de jongeman snedig zei: “Dat klopt, maar u knipt thuis ook geen kaartjes.”

oneens of onjuist: dannenberg@twenthetekst.nl

Henk Nijkamp was werkzaam bij de spoorwegen. De Rijssenaren kennen hem als lokettist.